
De minister van sociale zaken heeft maatregelen getroffen om pesten op het werk tegen te gaan. Kan dat eigenlijk wel? Bemoeit de minister zich hiermee niet te veel met persoonlijke gedragingen van werknemers. Die mogen toch hun eigen manier van doen hebben ook in werk? Zelfs als dat lastig is voor anderen of ter vermaak van collega’s? En hoe moet de leiding daar dan tegen op treden?
In zijn boek ‘Tegen de stroom’ geeft Ernst Hirchs Ballin daar meer inzicht in. In de ontwikkeling van het recht zijn in de westerse landen de mensenrechten voor een groot deel omgezet in landelijke wetgeving. Daardoor is het idee ontstaan dat mensenrechten nu wel klaar zijn. Ze moeten alleeen negeleefd worden. En dus zegt de directeur van de bank dat bij besluiten de wet nageleefd wordt. Inmiddels is duidelijk dat morele of etische gronden daar niet gelden. Er is een amoreel beleid.
Dat zal niet alleen bij de banken zo zijn. Het is een gangbare opvatting over de besluitvorming, ook in organisaties. Het recht is niet meer een menswaardig recht dat als eerste voortvloeit aan menswaardigheid (Balin). Het is een systeem geworden dat hoort hij het nemen van besluiten. De persoonlijke toets gebaseerd op de persoonlijk ervaring is niet meer herkenbaar. Daarom moet inlevingsvermogen moet een plaats krijgen in de toepassing van het recht. Het gaat niet alleen om de wet maar ook om wat de mensen er van vinden en of ze zich erin herkennen.
Zo zien we contouren van een andere visie op het recht ontstaan. Niet alles kan met wetten geregeld worden, er komt een individualisering op gang bij de toepassing van het recht. Ook de maatregelen tegen pesten zijn daar een vorm van. Hoe? Dat moet in de praktijk vorm geven worden maar er is een recht om pesten tegen te gaan. Zo zal er meer gaan veranderen. Er komt meer nadruk op het respecteren van de ervaringen en geweten van de individuele werknemer.
Dat blijkt ook uit de discussie over de veroordeling tot levenslange gevangenisstraf. Eenzelfde discussie is gaande over de uitzetting van kinderen van asielzoekers. Het kan volgens het recht en de regels wel terecht zijn maar is het voor het individu wel menswaardig? Om dat in het recht betekenis te geven moet zowel de rechtspraak als de inbreng van betrokkenen meer open gemaakt worden.
Er is dus een goed argument voor minister Asscher om dit op de agenda te zetten en dit geldt zeker voor de or en bestuurder. Het doel is de menswaardigheid van de gepeste werknemers maar ook de menswaardigheid van de bedrijfscultuur. Daarin zal meer aandacht moeten worden geven aan de individuele waardering van de werknemers. Er zal meer informatie moeten komen over de bron van pesterijen. Eenvoudige oplossingen of middelen zijn er niet. Misschien moet je dit wel innovatie noemen.
Het naleven van de regels en wetten is voor de toekomst niet meer genoeg. Het gaat om het leren omgaan met de waardigheid, betrokkenheid en motivatie van de werknemers. De organisaties moeten zich daarvoor opener opstellen. Een gesloten bolwerk waarin alleen met management de toon zet sluit zich af van de toekomst. Het gaat om de kern van medezeggenschap en is dus een hoofdtaak voor de or.
