Toezicht op publiek geld

ptitle-particle1

Toezicht op publiek geld

Blogarchief 2012 van 24 december 2012

Wat de laatste tijd steeds meer onder de aandacht komt, is dat er ook een goed georganiseerde controle moet zijn op ondernemingen die met publiek geld werken. In onze kijk op die ondernemingen zijn we te veel uitgegaan van het idee dat er in de top van die ondernemingen vooral heel fatsoenlijke mensen werken. Dat daar niet het eigen belang voorop staat maar het maatschappelijk belang van de onderneming die met publiek geld werkt. Daar fungeren Raden van Toezicht die bestaan uit insiders die op basis van deskundigheid worden gevraagd. Let wel in de loop der jaren zijn dat vooral mannen met bestuurservaring en die komen inderdaad elkaar tegen in de toppen van diezelfde ondernemingen. Er is een bestuurders-top ontstaan die losgezongen is van de werkelijkheid.

Uit een recent onderzoek van de jaarverslagen van de ondernemingen die met publiek geld betaald worden, dus ziekenhuizen, omroepen, coöperaties e.d., blijkt dat er ten opzichte van de ondernemingen in het bedrijfsleven een grote achterstand in openheid en transparantie. Er is wel veel materiaal opgenomen in de jaarverslagen maar er is eigenlijk niets in te lezen. Met name over het beleid bij de bezuinigingen, het sturen op duurzaamheid, de maatschappelijke ontwikkelingen in hun vakgebied is er weinig te vinden. Terwijl de jaarverslagen van het bedrijfsleven juist daar op gericht zijn.

De conclusie kan niet anders zijn dan dat de toezichthouders, net als voor de financiële aspecten en de beloning van de top, hier weinig aandacht voor hebben. Het beeld ontstaat dat de met publiek geld betaalde ondernemingen daar een grote inhaalslag moeten maken en dat de  toezichthouders nu al te weinig daarop inzetten. In een eerdere blog gaf ik al aan dat er veel meer medezeggenschap aan de top moet komen. Er zijn door het toenemende opleidingsniveau  van medewerkers heel veel mannen en vrouwen die daarvoor geschikt zijn en een andere cultuur kunnen brengen in de Raad van Toezicht. Anders blijft het een old boys network bestaan van zelfgenoegzame mannen die elkaar overal de bal toespelen.

Ondernemingsraden hebben een recht van voordracht en soms via statuten van de instelling een recht op benoeming en daar moet zodanig gebruik van worden gemaakt dat er een andere stijl van toezicht komt. Dat vraagt mensen die tegen de stroom in durven gaan. Er moeten mensen voorgedragen worden die niet uit de bekende circuits komen. Een belangrijke hobbel zal echter zijn, dat de zittende leden van de Raad van Toezicht een soort ballotagecommissie vormen en de voorgedragen kandidaten beoordeelt. Past die kandidaat niet binnen de cultuur van de Raad van Toezicht dan wordt die ook niet benoemd. Dat is de belangrijkste reden dat de vernieuwing van de Raad van Toezicht zo moeizaam verloopt.

Een ding is nu wel duidelijk de toezichthouders hebben op meerder fronten ernstige fouten gemaakt. Zodanig, dat de wetgever daar speciaal wetten voor moet maken, zoals bij de beloning van de directies. De huidige toezichthouders hebben een eigen cultuur in het leven geroepen, door toestemming te geven aan besluiten van directies die niet het publiek belang dienden. Die cultuur moet worden beëindigd en de or kan daar een initiatief in nemen.

Cor P. Berkel
redacteur OR-Online

Leave A Reply

Archieven